Na installatie van de melkrobot is het celgetal blijvend omhooggeschoten tot wel 400.000. De koeien kampen permanent met mastitisproblemen. Bovendien moeten tweemaal daags 20 procent van de koeien apart worden gemolken omdat het percentage goede aansluitingen van de robot slechts 80% beloopt in plaats van de beloofde 98%. Wat te doen? Een dergelijk probleem blijkt niet eenvoudig. De robot is veelal gekocht op basis van de Metaalunie- of AHL-voorwaarden (Algemene Handelsvoorwaarden Landbouwwerktuigen). Die voorwaarden zijn niet erg klantvriendelijk en bevatten tal van uitsluitingen van aansprakelijkheden.
De volgende drempel vormt het bewijs dat de veehouder dient te leveren van het slecht functioneren van de robot. Computeruitdraaien met aansluitgegevens kunnen daarbij helpen. Daarnaast zal de melkveehouder hebben te bewijzen dat er een causaal verband bestaat tussen het slechte functioneren van de robot en de slechte uiergezondheid. Dat verband laat zich niet zo eenvoudig aantonen omdat er legio alternatieve oorzaken een rol kunnen spelen bij het optreden van mastitis. Al die mogelijke alternatieve oorzaken moeten door deskundigen redelijkerwijs kunnen worden uitgesloten.
Voorts is het aan de melkveehouder om bewijs te leveren van de hoogte van de schade in financiƫle zin. Ook dat bewijs is allerminst eenvoudig en alleen met inbreng van deskundigen te leveren. Hoewel de schade in financiƫle enorm kan zijn is het daarom van cruciaal belang om vooraf te komen tot een goede inschatting van de proceskansen alvorens te besluiten grote kosten te gaan maken voor juridische bijstand en deskundigen.
Kees van Schaik
GVK Advocaten Zwolle