Onteigening van agrarische gronden ten behoeve van de aanleg van natuur is in Nederland niet gebruikelijk. Als nut en noodzaak van natuuraanleg in het algemeen belang wordt geacht biedt de onteigeningswet echter wel degelijk de mogelijkheid tot onteigening. Zodra het bestemmingsplan onherroepelijk is (waarbij de agrarische bestemming is gewijzigd in bestemming voor natuur) en de gemeente een onteigeningsbesluit heeft genomen dat is bekrachtigd door de Kroon, kan de gemeente een eigenaar dagvaarden bij de burgerlijke rechter met een vordering tot onteigening.
Verweer tegen de onteigening bij de burgerlijke rechter is alleen mogelijk als men voordien bij de gemeenteraad en de Kroon (relevante) zienswijzen en bedenkingen heeft ingebracht tegen het onteigeningsbesluit. Onder boeren bestaat in de regel veel weerzin tegen onteigening en wordt de voorkeur gegeven aan een beleid dat uitsluitend voorziet in onttrekking aan de landbouw via vrijwillige aankoop. De vraag rijst of dat altijd zo verstandig is. Ook na een bestemmingswijziging mag een eigenaar weliswaar het tot dan gangbare agrarische gebruik voortzetten, maar hoe boer je verder als er vervolgens een peilverhoging door het waterschap wordt doorgevoerd dat is afgestemd op de bestemming tot natuur, of als je nieuwe buurman Staatsbosbeheer het Jacobskruiskruid en de distels weelderig laat tieren?
Een nieuwe bouw- of milieuvergunning wordt ook al een moeilijk verhaal. Een ondernemer die verder wil is meestal meer gebaat bij een overheid die zo nodig middels onteigening doorpakt, zodat hij tegen een volledige schadevergoeding zijn bedrijf elders kan reconstrueren. Houd daarbij in uw achterhoofd dat onbenutte stallen of gedeelten daarvan niet elders behoeven te worden gereconstrueerd en dus ook niet worden vergoed. Anticipeer dus tijdig op een toekomstige onteigening, wacht niet af, investeer verder, koop zo nodig productierechten bij, maar doe dat niet meer nadat de gemeente een besluit heeft genomen om uw grond te onteigenen.
Kees van Schaik
GVK Advocaten Zwolle